06 17 50 04 81 (Bas) 06 33 31 01 25 (Jantine) info@vanbatenburg-pracht.nl

Heeft boze werknemer zijn baan opgezegd?

Nieuws

Heeft boze werknemer daadwerkelijk zijn baan willen opzeggen?

Wat speelde in deze zaak? De werknemer, vloerenlegger van beroep, had het gehad met zijn baas. Keer op keer werd van hem verlangd, en steeds op het laatste moment, nog even de klus af te maken. Kort daarvoor had hij zijn baas verteld deze middag een afspraak met z’n vriendin te hebben en dat hij die echt niet ging afzeggen. Helaas viel er van deze baas geen enkele clementie te verwachten.

De klus bij de klant moest eerst af, dan pas kon hij naar huis. Voor werknemer was op dat moment de maat vol. Hij pakte verontwaardigd zijn boeltje bij elkaar en verliet stante pede de werkplek. In het daaropvolgend app verkeer werden over en weer wat emotionele getinte opmerkingen/dreigementen gedeeld waaronder een bericht van de werknemer: “dat het zo echt niet meer gaat”.

De werknemer liet vervolgens een paar dagen niets van zich horen. Kort voordat hij weer contact met zijn baas wilde zoeken ontving hij per mail een eindafrekening waaruit viel op te maken dat de dag van vertrek tevens de laatste dag loonbetaling inhield. Moest de werknemer hieruit op maken dat hij op straat stond? Of mocht de werkgever ervan uit gaan dat de handelwijze van de werknemer als een eenzijdige opzegging van de arbeidsovereenkomst kon worden aangemerkt?

De werknemer – bijgestaan door ons kantoor – vocht zijn ontslag aan en vorderde daarnaast schadevergoeding. Hij erkende boos weggelopen te zijn maar had nooit de intentie gehad de arbeidsrelatie te beëindigen. In reactie daarop stelde de werkgever dat wel degelijk eenzijdig was opgezegd.

De kantonrechter stelde de werknemer in het gelijk en oordeelde:

“In geval van opzegging van de arbeidsovereenkomst door een werknemer geldt op grond van vaste rechtspraak dat een “duidelijke en ondubbelzinnige” verklaring van de werknemer is vereist die is gericht op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Deze strenge maatstaf ter beantwoording van de vraag of een werknemer de dienstbetrekking daadwerkelijk heeft willen beëindigen, dient ertoe de werknemer te behoeden voor de ernstige gevolgen die de opzegging van het dienstverband kan hebben, zoals het verlies van inkomen en het mogelijk verlies van aanspraken ingevolge de sociale zekerheidswetgeving, met name het recht op een werkloosheidsuitkering.

In verband met die ernstige gevolgen zal een werkgever niet spoedig mogen aannemen dat een verklaring van de werknemer gericht op beëindiging van de dienstbetrekking in overeenstemming is met diens werkelijke wil. Als er voor de werkgever reden is te twijfelen aan de met de verklaring overeenstemmende wil van de werknemer, rust op de werkgever een onderzoeksplicht, alsmede de verplichting om de werknemer over de mogelijke gevolgen van de opzegging voor te lichten.”

En:

De kantonrechter is van oordeel dat uit de door de werkgever gestelde omstandigheden hij niet gerechtvaardigd mocht uitgaan van een opzegging door de werknemer. In de WhatsApp-berichten is geen verklaring te lezen waarin staat dat hij de arbeidsovereenkomst wenst te beëindigen. De werknemer heeft zijn werk boos verlaten, wilde niet in gesprek met werkgever, is daarna op maandag en dinsdag niet op zijn werk verschenen en heeft op 17 november 2020 aan de werkgever laten weten dat het zo niet langer gaat.

Nog daargelaten dat niet gebleken is van een onderzoek door de werkgever of werknemer daadwerkelijk ontslag wilde nemen en hij werknemer niet heeft gewezen op de gevolgen van een opzegging, kan uit de hiervoor genoemde omstandigheden geen duidelijke en ondubbelzinnige verklaring worden afgeleid die gericht is op beëindiging van de dienstbetrekking.

Dit betekent dat werkgever met toezending van een eindafrekening de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Bij gebreke van een schriftelijke instemming van werknemer met de opzegging en een dringende reden, is de opzegging door werkgever niet rechtsgeldig. De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst dan ook opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW en daarvan valt werknemer geen ernstig verwijt te maken. De gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen.

De werkgever kreeg dus op lik op stuk van de kantonrechter. Het gegeven ontslag was onrechtmatig. Omdat de werknemer inmiddels een andere baan elders aanvaard bleef de schade voor de werkgever beperkt tot het betalen van de geldende opzegtermijn en de transitievergoeding.

Tip voor de werkgever: Als een werknemer in een emotionele bui aangeeft zijn ontslag te willen nemen of helemaal niets meer van zich laat horen, dan doet de werkgever er verstandig aan de opzegging, liefst meerdere malen, schriftelijk te bevestigen. Het gedrag en uitingen van de werknemer zal niet snel worden geduid als een “duidelijke en ondubbelzinnige” verklaring waaruit de opzegging van de werknemer is af te leiden.

Lees hier de hele uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2021:2213

 

 

 

Share This